• Pastoralia 104: Gods liefdevolle ogen.

    Pastoralia 104: Gods liefdevolle ogen.

13 augustus 2020

Bijbeltekst: Psalm 139.
Ziet God mij wel? Ben ik wel in beeld bij Hem? Dat zijn vragen die je kunt hebben wanneer je eenzaam bent, of worstelt met ziekte, angst of verdriet? Zou Hij mijn gebed wel horen? Wil Hij zich wel met iemand zoals ik bezig houden? Ik ben een zondig mens. Wat zegt de Bijbel hiervan?

God ziet ons.
Dit soort vragen kunnen zomaar bij je boven komen. Die kunnen uit meerdere bronnen opborrelen. Je vindt jezelf onbeduidend, bijvoorbeeld. Dat roept dan de vraag op; ‘waarom zou God, de Almachtige zich met mij bezig houden? Ik stel niets voor ? Ik ben voor niemand belangrijk. Niet voor mijn medemensen, dus dat zal ook wel met God zo zijn’. Maar dan denk je te menselijk over God. Waarom zou Hij jouw niet zien? Hij heeft je gemaakt. Je bent een creatie van Hem. ‘Maar Hij heeft zoveel mensen gemaakt, misschien val ik wel helemaal niet op en heeft Hij alleen maar oog voor de interessante mensen, zij die opvallen. Zij die een belangrijke rol spelen. Wat stel ik nu helemaal voor?’. God ziet iedereen en alles. Spreuken 15 : 3 zegt; “De ogen van de Heer zijn overal, zowel de goeden als de kwaden houdt Hij in het oog”. Niets ontsnapt aan zijn aandacht. Ook jij niet. Maar ook niet wat jou wordt aangedaan. Wanneer je wordt genegeerd of wordt gepest. Wanneer je wordt gekleineerd of vernederd. Hij ziet alles. Want Hij, die het oog gevormd heeft – zou Hij niet zien? Zegt Psalm 94 : 9. Hij is de schepper van het oog, van het zicht. Hij ziet alles. Dat mag je troost geven. Hij ziet jou! En wat meer is Hij weet wat jou bezig houdt, wat je kwelt. Psalm 139 zegt: “Heer, U kent mij, U doorgrondt mij. U weet het als ik zit of sta, U doorziet van verre mijn gedachten, ga ik op weg of rust ik uit, U merkt het op, met al mijn wegen bent U vertrouwd”, vers 1 t/m 3. Deze psalm wordt vaak bij de doop gezongen. En dat is mooi, maar deze psalm mag ook als een stok, een staf, een kruk misschien zelfs, fungeren, die op je levenspad je tot steun is, wanneer de weg moeizaam gaat. En weet dit, alleen zij die kwaad doen hebben voor God te vrezen. Want Hij ziet het en onthoud het. Maar zij die Hem liefhebben voor hen is het een troost. God is erbij. Je kunt je angsten, je pijn, je verdriet met Hem delen. Hij weet er al van. Je behoeft het alleen maar te sprake te brengen. Wanneer je niemand hebt om het mee te bespreken of met wie je het niet durft te bespreken, met Hem kan je alles bespreken. Hij weet het immers al. Gods oog ligt op wie Hem liefhebben. Hij ziet je. Hij houdt van je. Je bent door Hem gemaakt. Waarom zou Hij niet houden van wat Hijzelf gemaakt heeft? Hij maakt geen fouten, Hij creëert geen misbaksels. Je werd door Hem in het verborgene gemaakt, zegt vers 15 van onze Bijbeltekst. Je mag er dus zijn. God heeft jou zo gewild. Je bent kostbaar in Zijn ogen. Daarom gaf Hij zijn eigen Zoon.

Jezus ziet ons.
God ziet je. Hij zag de wereld, waar ook jij onderdeel van bent en Hij was met liefde bewogen. Johannes 3 : 16; “Want God had de wereld zo lief dat Hij zijn eigen Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in Hem gelooft niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft”. God de Vader stuurde dus Zijn eigen Zoon. Want Hij heeft de wereld lief, dus ook jou en mij. Want ook wij maken deel uit van die wereld. Maar waarom moest Hij nu Jezus, Zijn Zoon, sturen? Precies om die reden die jezelf ook kunt aanvoeren waarom God zich niet met jou zou willen bemoeien, je zonden. Ik schreef dat God geen misbaksels heeft geschapen en dat klopt ook. Maar we zijn wel allemaal vuil geworden. En dat kan niet. Daar wil God niets mee. Op de kofferbakverkoop, die aan het Kanaal Zuid, werd georganiseerd trof ik een beeldje aan. Het zag er niet uit. Daarom stond het er week in week uit. Maar op een gegeven moment besloot ik het toch te kopen. Thuis gekomen maakte ik het grondig schoon en toen bleek het een prachtig beeldje te zijn. Zo is het ook met ons. We zijn prachtig gemaakt door God, maar door onze zonden zijn we vies en vuil geworden en dat zit stevig aangekoekt. Maar zo wil God ons niet hebben. Niet dat Hij ons niet liefheeft, zeker wel. Maar om een plaats te kunnen krijgen in Zijn nieuwe Hemelaarde moeten we eerst grondig gereinigd worden. Want die plaats is heilig en rein. Daar heeft vuil en zonde geen plaats. En daarom kwam Jezus naar de aarde. Hij betaalde met Zijn bloed aan het kruis voor onze zonden. Hij waste met Zijn bloed ons schoon. En wie dat gelooft, dat met beide handen en heel zijn hart aanvaard, die ís schoon. ‘Maar toch doe ik nog steeds dingen die God niet wil, hoe kan dat dan?’ Er staat niet dat we dan nu perfect zijn. Dat is niet zo en zal ook pas op de nieuwe Hemelaarde werkelijkheid worden. Maar God ziet ons al schoon. Johannes Calvijn zei het zo; “God kijkt ons aan door de bril die Jezus Christus heet en ziet ons volmaakt voor Hem staan”. Het lijkt een beetje op de roze bril van een nieuwe moeder. Ze heeft de mooiste baby op aarde, in haar ogen, terwijl haar omgeving dat misschien helemaal niet vindt. Zo mag je naderen tot God, via Jezus Christus. Maar ziet Jezus mij dan wel? Alle evangeliën laten zien dat Jezus bewogen was met de armen, de zieken, de verworpenen. Met hen die niet meetelde. Hij ontfermde zich over hen. Ja, Hij hield zich zelfs bezig met hun verzorging. In Mattheüs 14 geeft Hij een hele schare mensen te eten met vijf broden en twee vissen. Dat was Hem niet te min. Ook zijn er vele voorbeelden dat Hij de persoonlijke mens kende, zoals bij Zacheus of de Samaritaanse vrouw bij de waterput. Hij kende hun gedachten en Hij kende hun noden. Voor hen en voor jou en mij kwam Hij naar deze aarde. God kwam bij de mensen en werd zelf een mens. Zo weet Hij wat wij meemaken als mens. In Hebreeën 4 zegt Paulus dat wij een Hogepriester, Jezus Christus, hebben die met onze zwakheden kan meevoelen. Juist omdat Hij als mens onder ons heeft geleefd. En dan roept Paulus op; “Laten wij dus zonder schroom naderen tot de troon van de Genadige, waar we telkens als we hulp nodig hebben barmhartigheid en genade vinden”, Hebreeën 4 : 16.

Wij zien God.
Dus dat mogen we, zonder schroom naderen voor Zijn troon. Hoe? In gebed. Wanneer we met God spreken in onze binnenkamer. Wie oprecht tot Hem gaat in geloof, die zal God zien. 'Maar hoe dan?' Allereerst door in Gods Woord te lezen. Jezus, je Heer en Redder te aanvaarden en te leren kennen. En dan zal je ook God zien. Want de Vader en Jezus zijn één. Wie Jezus heeft gezien, heeft God gezien. Jezus is Gods Hart. Zoals Jezus bewogen was met de mensen, zo is God bewogen met mensen. Wie Jezus heeft leren kennen heeft God leren kennen. Zoals Jezus ons lief heeft zo heeft God de Vader ons lief. “Want de Vader heeft jullie lief, omdat jullie Mij liefhebben en geloven dat ik van de Vader ben gekomen”, Johannes 16 ; 27. En Jezus zegt zelf; “Wie mij gezien heeft, heeft de Vader gezien”, Johannes 14 : 9. In Jezus zien we God, de Vader en de Zoon. En het mooie is, daarbij worden we geholpen door God de Heilige Geest, die in ons hart woont. 'Wil God zich met je bezig houden?' Ja, de Drieenige God, Vader, Zoon en Heilige Geest houden zich met jou bezig. Zij wonen doormiddel van de Geest zelfs in jouw hart. Door die Geest leer jij God zien. En ook door de mensen die Hij op jouw pad zet. Heel wonderlijk soms, precies op het moment dat je het nodig had. Dat bemoedigende woord, die arm om je schouder, die hulp die je van iemand kreeg. Allemaal aangestuurd door de Geest, door God. Je bent in beeld, God ziet jou. Zijn liefdevolle ogen rusten op je. En ik wens je deze zegen toe: “De Here zegene u en behoede u; de Here doe zijn aangezicht over u lichten en zij u genadig; de Here verheffe zijn aangezicht over u en geve u vrede”, Numeri 6 : 24 – 26.
F.L.


Bijbeltekst van de dag