Bijbeltekst: Mattheüs 18 : 21 t/m 35.
Snakt u ook naar een nieuw begin? Misschien hebt u het helemaal verbruid, naar uw eigen gevoel. En wilt u graag dat het weer goed wordt. Wat moet u doen? Krijgt u een nieuwe kans? U bent vastbesloten het weer niet te verknoeien. Maar gaat u dat lukken? En wat dan? Laten we eens zien wat Jezus daarover zegt in de Bijbel.
Een nieuwe kans ?!
Je hebt het voor je gevoel helemaal verknoeit. Je wilde leven als een goed christen, maar als je op je leven tot nu toe terug kijkt, dan wordt je niet vrolijk. Je ging je eigen weg. Je carrière was belangrijker dan je geloofsleven. Je had geen tijd voor je broers en zussen in de Here, nee, je werk daar ging je helemaal in op. Ja, je werk werd zelfs je identiteit. Je identificeerde je helemaal met je functie. Overwerken, geen probleem. Je was zeer gecommitteerd. Jouw baas had nooit iets te klagen, nee, sterker nog hij vroeg steeds meer van je. En eigenlijk streelde dat je ego behoorlijk. Je was belangrijk. Maar toen kwam de Coronacrisis. En plotseling bleek je toch ook weer niet zo belangrijk. Sterker nog, jij die jezelf meer dan honderd procent gaf voor je werk, dreigt nu je werk kwijt te raken. En er blijken ook scheurtjes in je huwelijk te zijn ontstaan. Eerst had je nauwelijks tijd voor je vrouw/ man en gezin, je werk ging immers voor. Maar nu ben je de hele dag thuis en je merkt dat je eigenlijk behoorlijk uit elkaar bent gegroeid. De wereld thuis is een gans andere dan die op je werk. Je was accountant of chef van een afdeling, of… vul maar in. Dat bepaalde je identiteit. Maar nu ben je vooral echtgenoot / echtgenote en vader / moeder. En je komt langzaam tot de conclusie; ik heb dit helemaal verkeerd aangepakt. Wat nu ? Je merkt ineens dat je in deze turbulente en zorgelijke tijden steun nodig hebt. En dat je schuilen wilt bij de Heer. ‘Maar heeft Hij nog wel tijd voor mij’? Ik had geen tijd voor Hem. Ik was meer dan noodzakelijk druk met mijn carrière. De Kerk, geen tijd voor. Bidden, te druk, ik kom er niet aan toe. ‘Wil Hij mij nog wel zien’? Jezus verteld niet voor niets de gelijkenis uit onze Bijbeltekst. Daarin laat Hij zien dat God genadig is. Hij wil jouw schuld vergeven. Maar let wel, de sfeer van dit tafereel is er een van een rechtbank. De heer is een rechtvaardige heer. En de schuld van de dienaar staat vast. Daar is geen spoor van twijfel over. En dat moet je wel in rekening brengen bij jezelf. Ik heb schuld, dat staat vast. En ik heb te doen met een rechtvaardige heer, die mij terecht schuldig kan verklaren en kan straffen. Dat stelt eisen aan je houding. Je moet oprecht en eerlijk zijn en berouw hebben van de dingen die je verkeerd hebt gedaan. ‘Maar geldt dit dan ook voor mij’? ‘Wil God mij ook genadig zijn en mij weer als Zijn kind aannemen’? “Ieder die zondigt overtreedt Gods wet, want zondigen is Gods wet overtreden. U weet dat Jezus verschenen is om de zonden weg te nemen; er is in Hem geen zonde. Ieder die in Hem blijft, zondigt niet”, 1 Johannes 3 : 4 – 6 . Blijf in Jezus, Hij heeft voor jouw zonden betaald aan het kruis. Daardoor ben je vrijgekocht van je schuld. Wanneer je Hem als je Heer en Heiland aanvaard dan ben je bevrijd. Hoe groot je schuld ook was. Dan krijg je een nieuwe kans. En dat tot zeven maal zeventig maal toe. Je kunt altijd weer bij Hem terug komen. En als je berouw hebt van je zonden, oprecht en eerlijk, dan worden ze vergeven.
Zoals ook wij onze schuldenaren vergeven.
Maar dat wij genade in de ogen van God hebben gevonden, betekent dat we dus van genade leven. Daar moet je jezelf van bewust zijn. Vooral als je tegenover anderen staat die jou iets schuldig zijn. Pas op dat je niet uit wrok of boosheid de ander afwijst, wanneer hij jou om vergeving vraagt. Want je bent, zoals die man in de gelijkenis, zelf genadig in vrijheid gesteld. Je schuld is je vrijgesproken. En realiseer jezelf dat jouw schuld tegenover God vele malen groter is, dan de schuld van die ander naar jou toe. Dat valt niet te vergelijken zelfs. Nee, wie van genade leeft is genadig naar anderen. Omdat Hij beseft waar hijzelf staat. Doe je dat niet , dan zijn er twee dingen die spelen. Je hebt dan geen werkelijk besef van je eigen schuld. Dan waren jouw woorden leeg en hol. Je was dan niet oprecht naar de Heer toe. Je dacht; ‘ach, als ik maar sorry zeg, dan komt het wel goed en kom ik er mooi onderuit’. En/of je dacht dat Gods vergeving voor jou geen consequenties heeft. Dat is hoogmoedig. ‘Ja dat God mij vergeeft, dat is logisch, maar hem of haar’. Dan stel je jezelf boven die ander. Maar in werkelijkheid sta je naast die ander of liever kniel je naast die ander, smekend om vergeving tot God. Je bent beide zondaar, je hebt beide schuld, je bent in Gods ogen gelijk. En kijk dan eens hoe Jezus zegt dat God zal reageren. Je wordt dan alsnog gestraft, maar nu harder dan daarvoor. “En zijn heer was zo kwaad dat hij hem in handen van de gerechtsbeulen gaf tot hij de hele schuld zou hebben betaald”, vers 34. Dat woord gerechtsbeulen belooft niet veel goeds. Maar daar heb je het dan zelf naar gemaakt. Jezus leert ons als wij bidden te vragen; “Vergeef ons onze schulden, zoals ook wij hebben vergeven wie ons iets schuldig was”, Mattheüs 6 : 12. Die bede is voorwaardelijk. Wie niet bereidt is een ander te vergeven, behoeft niet op vergeving te rekenen. Let wel, ik heb het niet over een ander niet kunnen vergeven, er kunnen situaties zijn waarin dat voor kan komen. Ik heb het over de ander niet willen vergeven. Soms wil men de ander wel vergeven, maar kan men het niet. Het gaat dan veelal over ernstige dingen, waarvan men zelf slachtoffer is. Dan moet er meestal eerst meer gebeuren. Maar in alle andere gevallen geldt de voorwaarde. Waarom ? Omdat Jezus ons ook vergeeft en Hij heeft daarvoor geleden aan het kruis. Wie zich dat indenkt, weet wat het Hem gekost heeft. En dan wordt je beschaamd, hoop ik.
Niet alleen woorden, maar ook daden.
Maar ook na je vergeving dient er iets veranderd te zijn. Wie de schuld vergeven heeft gekregen, moet nu ook anders gaan leven. Of anders gezegd. Wanneer je door de Coronacrisis tot de conclusie bent gekomen dat je leven tot nu toe niet goed was, dat je het verkeerd hebt aangepakt, moet het vanaf nu anders gaan doen. Alleen iets concluderen helpt je geen steek verder. Nu moet je dan ook stappen zetten. Je leven omkeren. Bekering noemen we dat. Je tijd anders gaan indelen. Bewust tijd nemen met God, stille tijd van gebed en overdenking. Meer tijd nemen voor de contacten met je broers en zussen in de Here, de gemeenschap van de heiligen. Eerst de kerk en dan het werk. En dat geldt natuurlijk ook voor je gezin en je partner. Eerst je geliefden en dan pas je baas. En dan zal blijken dat dit ook een gezonde balans in je leven oplevert. God is een God van relaties. Hij wil een relatie met jou. Maar Hij vindt jouw relaties met anderen ook belangrijk. Hij heeft niet voor niets het huwelijk ingesteld. Als we één ding geleerd hebben in deze Coronatijd dan wel dit; het gaat om de ander ! Ineens deed het ons pijn, dat we niet kunnen knuffelen, dat we onze oude vader en moeder niet konden bezoeken. En het voelt ongemakkelijk dat we elkaar geen hand kunnen geven. Het gaat dus om relaties. Om onze band met de ander. God heeft ons in een gemeenschap geplaatst, kerk, familie, vrienden. Daarom moet vanaf nu daar de focus op komen te liggen. Laten je woorden en conclusies worden gevolgd door daden. Want anders ben je iemand die Jakobus beschrijft; je bent “net als iemand die het gezicht waarmee hij is geboren in de spiegel bekijkt: hij ziet zichzelf, maar zodra hij wegloopt is hij vergeten hoe hij eruitzag”, Jakobus 1 : 23b en 24. Daarom keer je om. Ga aan de slag. En doe zoals je hebt gezegd. Want God gaf je een nieuwe ronde en nieuwe kansen. Grijp ze met beide handen. En de Geest zal je helpen en bijstaan. Dat is zeker.
F.L.