Skip to main content
  • Pastoralia 119: Schuldsanering met schone lei.

    Pastoralia 119: Schuldsanering met schone lei.

31 maart 2021

Bijbeltekst: Jesaja 53.

Gaat u ook gebukt onder lasten, schulden, misschien? En weet u niet hoe u daarvan af moet komen? U gaat er mee naar bed en staat er mee op. De zorgen om die schulden houden u voortdurend bezig en het laat u maar niet los. Of u kan het zelf niet loslaten. U piekert en u slaapt slecht. Het neemt u helemaal in beslag. Misschien hebt u schulden gehad en bent u er nu van bevrijdt. Wat een bevrijding was dat, er viel een last van uw schouders. O, het ging niet vanzelf, het heeft u wat gekost. Maar nu bent u er vanaf. Maar af en toe bekruipt u de angst dat u weer terug zult vallen in schulden. Jezus heeft ons bevrijd van de ergste schuld die we hadden. Moeten we er dan ook op beducht zijn om niet weer in de schulden terug te vallen? Wat zegt de Bijbel daarover?

De Schuld.
Een schuld kan op uw leven drukken. Het beheerst je denken en je doen. Sommigen gaan er bijna aan onderdoor. Uit onderzoek blijkt, dat wie problematische schulden heeft, zo door die schulden wordt beheerst, dat er geen ruimte in hun geest is om zich met andere dingen bezig te houden. Het blokkeert je volkomen in je functioneren. Je gezondheid lijdt er onder. Je toekomst perspectief is verduisterd. Het lijdt tot spanningen in je huwelijk en relaties. Kortom heel je leven lijdt er onder. En er is maar één vraag die voortdurend in je hoofd en gemoed speelt; hoe kom ik van die schuld af? Dan heb ik het alleen nog maar gehad over financiële schulden. Maar er zijn ook nog andere schulden, die veel dieper kunnen gaan. Een schuld ontstaan door ons gedrag, waardoor de verstandhouding, de relatie met de ander verstoord is geraakt. Je hebt iemand zo diep gekwetst dat de relatie verbroken is. Misschien door jouw foute gedrag of foute keuze. Misschien ook wel door jouw reactie op het gedrag of keuzes van die ander. O, misschien stond je wel in je recht en had je wel gelijk, maar jou onbarmhartige reactie maakt toch de relatie kapot. Je schoot je doel voorbij. En misschien was en ben je wel te koppig om dat toe te geven. En daarom is de relatie verbroken. Herkenbaar? Het programma “het Familiediner” van de EO heeft er zijn handen vol aan. Echter zij hebben nog een kans om het weer goed te maken. Maar wat nu als de andere partij gestorven is? Dat blijft je leven lang aan je knagen en is een wond die nooit meer geneest. Ik kan er over mee praten. Maar er is nog een schuld. En dat is een schuld waar niemand zomaar vanaf kan komen. Het is de zondeschuld. Wij hebben die overgeërfd van vader op zoon en van moeder op dochter. Het zit in ons DNA, de Zonde-gen. Wij zondegen elke dag. Daarmee maken we die schuld elke dag steeds groter. In Johannes 8 staat een gebeurtenis opgetekend die dat zo treffend illustreert. Het is het verhaal van Jezus en de overspelige vrouw. De farizeeën komen met haar aanzetten en vragen Jezus wat ze met haar moeten doen. Jezus zegt dan iets treffends: “Wie van jullie zonder zonde is, laat die als eerste een steen naar haar werpen”, Johannes 8 : 7b. Steniging was de straf op overspel in die tijd. Maar kijk wat er dan gebeurt. In plaats van stenen op te rapen gebeurd er iets anders. "Toen ze dat hoorden gingen ze weg, één voor één, de oudsten het eerst en ze lieten Hem alleen, met de vrouw die in het midden stond”, Johannes 8 : 9. Die formulering van deze zin doet er toe. Die farizeeën realiseerde zich dat ze ook zondig waren en dat niet alleen, maar hoe langer dat je leeft hoe meer zonden je gedaan hebt. Vandaar dat de oudsten het eerst vertrokken. Dat besef van zondeschuld is belangrijk. Pas dan kan die schuld gesaneerd worden.

Schuldsanering.
Schuldsanering is een pijnlijk proces, maar ook een bevrijdend proces. Allereerst moet je zelf bewust zijn van je schuld. Je moet beseffen dat je door die schuld bent aangetast. Je bent om maar zo te zeggen terminaal ziek. Jezus vergelijkt ons met zieken. Je bent ziek en er is geen geneesmiddel. Dat is pijnlijk dat je dat moet erkennen. O, je kunt misschien nog heel lang leven en je redt jezelf aardig, maar beter worden zit er nooit in. Je kunt maar op één manier genezen en dat is via de Geneesheer. Jezus zegt dat Hij daarvoor gekomen is. “Gezonde mensen hebben geen dokter nodig, maar zieken wel”, Mattheüs 9 : 12. Je moet dus eerst voor jezelf erkennen dat je ziek bent, dat je een dokter, dé dokter, nodig hebt. Pas dan werkt het verwijsbriefje van het evangelie, de blijde boodschap, van bevrijding. Maar er is nog een pijnlijk aspect aan dit proces. Je moet niet alleen erkennen dat je het zelf niet kunt. Je moet ook loslaten dat wat je in de problemen bracht. Wanneer je financiële schulden hebt opgebouwd dan komt dit vaak door verkeerde keuzes. Keuzes die rationeel gezien allemaal te begrijpen zijn, maar daarmee nog niet juist waren. Of het komt door een hang naar luxe. Het willen meedoen met de rest, waardoor je meer uitgaf dan er binnenkwam. Dat gedrag moet je dus loslaten. Je moet de tering naar de nering zetten. Dat betekent gedragsverandering. Je moet anders met de dingen omgaan. En kan je dat niet dan kan je erbij worden geholpen. Zo helpen SchuldHulpMaatje en JobHulpMaatje. Ook bij de andere schuld, die in de relationele sfeer, kan er worden geholpen, via het reeds genoemde Familiediner of midiation. Maar hoe vindt nu die sanering plaats van onze zondeschuld? Dat gebeurd door Jezus Christus. “Maar Hij was het die onze ziekten droeg, die ons lijden op zich nam”, Jesaja 53 : 4a en “Om onze zonden werd Hij doorboord, om onze wandaden gebroken”, Jesaja 53 : 5a. Hij neemt onze plaats in om onze schuld te saneren. Doordat Hij aan het kruis van Golgotha onze schuld mee kruisigde en zo voor die schuld betaalde komen wij van die schuld af. Gratis voor niets ? Ja en Nee. Wij kunnen niets terug doen als genoegdoening voor Zijn betaling. Hoe hard we ook ons best doen. En dus doet Christus dit zonder van ons een tegenprestatie te vragen. Dat maakt het dus gratis, het is grace, genade. Maar Hij vraagt wel geloof. “Want God had de wereld zo lief dat Hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in Hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft”, Johannes 3 : 16. Wie niet in dé dokter gelooft voor hem of haar werkt het verwijsbriefje niet. Maar wie in Hem gelooft en Hem tot zijn of haar Heer en Redder aanneemt die ontvangt bevrijding van zijn zondenschuld. Die ontvangt een schone lei.

De Schone Lei.
We ontvangen een schone lei. We zijn bevrijdt van onze zonden, van de zondeschuld. We mogen en kunnen weer verder. We hebben vergeving ontvangen en God denkt niet meer aan onze zonden. “Toen beleed ik U mijn zonde, ik dekte mijn schuld niet toe, ik zei; ‘ik beken de Heer mijn ontrouw’ en U vergaf mij mijn zonde, mijn schuld”, Psalm 32 : 5 en “Gelukkig als de Heer zijn schuld niet telt”, Psalm 32 : 2. We zijn verlost. ‘Maar blijft dat wel zo, we zijn toch nog steeds zondige mensen’? Ja, we zijn nog steeds zondige mensen. Maar zij die in de Here hun Heer en Redder erkennen en die hun leven aan Hem geven in geloof die ontvangen de Heilige Geest. En door Zijn Geest kunnen we nu leven zo de Here het graag ziet. Ons houden aan Zijn geboden. Leven als bevrijdde kinderen van de Heer. 'En als we weer zonde doen'? Dan kunnen we naar de Vader gaan in ons gebed, want Jezus heeft de weg naar de Vader weer geopend. En dan ontvangen we vergeving als we oprecht onze zonden belijden. Wanneer we eenmaal in het Boek van het Leven zijn ingeschreven kan niemand ons daar meer uithalen. “Ik geef ze eeuwig leven: ze zullen nooit verloren gaan en niemand zal ze uit Mijn hand rukken”, Johannes 10 : 28. Wie bij Jezus hoort in geloof, is vrij van zijn of haar zondeschuld en heeft een schone lei, want Jezus heeft de rekening voldaan. Waardoor wij naar de Vader mogen gaan en eeuwig leven hebben. Ik wil graag eindigen met een gedicht dat ik jaren geleden heb geschreven:
Ik kruisigde Hem!
Ja, ik hield zelf de hamer vast,
dreef de nagel in Zijn hand.
Ik kruisigde Hem!
Legde op Hem mijn zondenlast,
vulde Zijn beker tot de rand.
Ik kruisigde Hem!
Bracht Hem die striemen toe,
want ik hield de gesel vast.

Hij, de gekruisigde, zei,
“Vader reken het hem niet toe,
want hij weet niet wat hij doet”.

Dat kruis van mijn schande,
werd mijn heil en vree,
want Hij mijn Heiland,
droeg mijn zonden mee.
Hem neem ik aan
en onder deze zondaars rekening,
schrijft Hij, met Zijn bloed,
VOLDAAN!
F.L.